Ik schrijf dit verhaal naar aanleiding van Ada en Ruud die het katje in Texel een kans wilden geven maar gedwarsboomd werden door een eigenzinnige dierenarts. Dit deed me denken aan iets wat ik heb meegemaakt.
Op een dag, ging ik op bezoek bij een vriend die in een garage werkt. Daar in de hoek van de garage zat een heel vies met olie doorweekt katje. Die vriend zei dat hij vermoedde dat het katje met opzet in een vat olie was gegooid. En ja….jullie kennen mij al een beetje, ik met het beestje naar huis. Een afspraak met de dierenarts. Daar aangekomen…nog zonder het arme diertje te onderzoeken zei hij, ‘dus we gaan het laten inslapen’. INSLAPEN….ik dacht dat ik door het dak ging!!! Mijn bedoeling was wel om het katje te helpen. Met tegenzin begon hij haar dan toch maar te onderzoeken, blijkbaar had hij schrik om zijn vingers vuil te maken. Volgens hem waren al de organen ontstoken door de opgelikte olie en was er echt niets aan te doen. Nu moet je weten dat ik echt een voorstander ben om, als het nodig is, een dier te laten inslapen. Een dier laten lijden en afzien daar ben ik het niet mee eens. Maar in dit hoopje harige oliebrok keken twee mooie gele ogen naar mij die zeiden: ‘ik kan nog vechten, ik wil met je mee naar huis’. Ik vroeg aan de dierenarts wat de mogelijkheden waren behalve haar naar de eeuwige jachtvelden te sturen. Alles wat hij kon doen was heel veel antibiotica geven en dan wachten tot het zou sterven, zei de, sorry voor mijn taalgebruik, arrogante z…..
Ik uiteindelijk naar huis met mijn oliebolletje. Thuis aangekomen, zocht ik nog naar een andere oplossing, uiteindelijk heb ik haar gewassen met een speciale zeep waarmee mensen die in een garage werken hun handen wassen, toen het doorweekte diertje opdroogde kwam er een prachtige kat tevoorschijn. Je kon je niet voorstellen dat dit hetzelfde beestje was, een mooi lichtbruine langharige kat met de mooiste kleur van ogen die ik ooit gezien heb.

Na enkele uren begonnen de haren weer aan elkaar te klitten en werd ze weer een vettig bolletje. Ze zweette al de smurrie uit. Zo heb ik ze enkele dagen verschillende keren gewassen , pas op de derde dag begon ze ook terug te eten. Met haar mooie gele ogen bedankte ze mij en we besloten om hééél lang bij elkaar te blijven.
Shiva werd haar naam, genoemd naar Shiva de god van de vernietiging en de schepping. Dit vond ik wel toepasselijk voor haar, het vatte heel haar korte leventje samen.
Shiva is uitgegroeid tot de prachtigste (harige) kat die ik ooit gehad heb. Ze was heel lief en rustig en de zorg die ik aan haar gegeven had gaf ze door aan alle andere katten die er de komende jaren bij ons bijkwamen. Ze werden door haar aanvaard bemoederd en afgelikt. Elke avond kwam ze bij mij zitten, zo dicht mogelijk met haar neus tegen de mijne en een verliefde blik.
Shiva werd oud en de laatste jaren zelfs seniel, dit vonden we niet zo erg tot ze er zelf last van begon te krijgen. Ze vond de weg niet meer in huis en deed dan haar behoefte waar ze was. Daarna kroop ze weg omdat ze toch nog ergens wist dat dit niet hoorde. Ze ging buiten in de regen liggen slapen en kwam dan doorweekt en rillend terug binnen. Mijn mooie pluizenbol kon zichzelf niet meer verzorgen en werd opnieuw een zielig hoopje.
Het was tijd om het oude besje te laten gaan, een tijd die ze echt genomen heeft. In plaats van 3 maanden heb ik met mijn lief oud vriendinnetje, mijn oliebolletje uiteindelijk 17 jaar mogen doorbrengen. Ik ben er zeker van dat ze daarboven voor alle katjes zorgt die niet zo veel geluk hebben gehad als hijzelf.
